Eén van de zaken die uitermate belangrijk is en waar een goede redacteur op let, is de ontwikkeling van de (hoofd)personen.
In veel boeken is het overduidelijk: er zijn personen die uitermate goed zijn, en er zijn personen die uitermate slecht zijn, en dan heb je nog personen die daar een beetje tussenin hangen. Persoonlijk vind ik dat uitermate saai, want het wordt enorm voorspelbaar.
Wat een verhaal écht interessant maakt, zijn de ontwikkelingen die de (hoofd)persoon doormaakt. Want, heel simpel: niemand is 100% goed of 100% slecht. Goede mensen doen soms domme dingen, slechte mensen doen soms goede dingen. Waar ligt de scheidslijn? Hoe maak je een karakter interessant voor de lezer?
Ik verwijs auteurs weleens naar de serie 'The Walking Dead'. Een serie die ontiegelijk veel mensen (met een sterke maag) hebben gezien. De kracht van deze serie ligt voornamelijk in de ontwikkeling van de karakters. In de verrassingen. In de zaken die je níet mijlenver ziet aankomen.
Carol, een lieve en zorgzame vrouw die vroeger werd mishandeld door haar echtgenoot, wordt een uitmuntende krijger en maakt fouten door egoïstisch te denken en haar eigenbelang voorop te stellen. Rick, de correcte en goede politieagent, laat zich toch door zijn angst leiden en vermoordt mensen, waaronder zijn beste vriend. Negan, de bloeddorstige 'superschurk' vermoordt talloze mensen, maar heeft een softspot voor kinderen en verandert langzaam maar zeker in een ander (beter) persoon.
Dát zijn de dingen die lezers willen. Dát vinden lezers interessant. Geen flegmatische personen, altijd spelend in dezelfde rol, maar die hun zwakke momenten hebben en fouten maken. Kortom: die menselijk zijn. Want mensen maken fouten. Leren. Ontwikkelen zich. Veranderen. Doen goede dingen, maar ook 'slechte'. Laat je (hoofd)persoon dingen doen of zeggen die de lezer verrast. Laat hem iets volslagen onverwachts doen, iets dat niemand ziet aankomen.
Ben je bezig met een boek, vraag jezelf dan af wat die (hoofd)persoon betreft: wat is zijn doel? Hoe heeft dit effect op hem? Wat stuurt hem? Wat gebeurt er als hij faalt? Hoe verandert dit hem?
Als je dát doet, dan heb je een topbeschrijving van je (hoofd)karakter! Maak je hem menselijk. Maak je hem realistisch.
En dat is precies wat lezers willen, want ze willen zich kunnen inleven in de (hoofd)personen van het boek. Willen dat het herkenbaar is. Willen die menselijkheid. Willen niet een statisch, onveranderlijke slechterik of goedzak.